Inventarisatie, monitoring en bescherming van de steenuil in Losser
De steenuil: karakteristieke erfvogel
De steenuil is onze kleinste uilensoort en komt voor in kleinschalig agrarisch cultuurlandschap. De soort is hier gebonden aan boerenerven met voldoende schuilgelegenheid in de vorm van oude schuren en bomen met holten. Naast schuil- en nestgelegenheid is ook voldoende voedselaanbod van groot belang voor de steenuil. De soort voedt zich met allerlei ongewervelde prooidieren als regenwormen, rupsen, emelten, engerlingen, nachtvlinders en kevers. Grotere prooien als muizen en kleine vogels maken niet in aantal, maar wel in gewicht een belangrijk deel uit van het menu. Naast genoemde prooidieren eet de steenuil ook kikkers, salamanders en vleermuizen.
![]() |
de steenuil. © André Eijkenaar, www.natuurkijker.nl |
Vooral boerenerven met vee als paarden, pony’s of schapen zijn in trek bij steenuilen. De kort begraasde weilanden vormen een zeer geschikt jachtgebied. De uitwerpselen van het vee trekken diverse insecten aan, wat weer voedsel voor de steenuil is. Voldoende uitkijkposten in de vorm van bijvoorbeeld weidepaaltjes, zijn ook erg belangrijk. De steenuil verblijft het hele jaar in hetzelfde territorium, dat doorgaans niet veel groter is dan 15-25 hectare. Paartjes kunnen jarenlang op hetzelfde erf broeden.
Steenuil op de Rode Lijst
Door diverse oorzaken zoals de intensivering & schaalvergroting van de landbouw, afbraak van oude schuurtjes, aanleg van nieuwe industrieterreinen en woonwijken en de toename van de verkeersdruk, is de steenuil sinds de jaren 60 sterk in aantal achteruitgegaan. De soort staat inmiddels op Rode Lijst van bedreigde broedvogels in Nederland. Diverse werkgroepen zijn in de bres gesprongen voor de soort.
Vogelwerkgroep Losser in actie voor de steenuil
Ook de Vogelwerkgroep Losser houdt zich intensief bezig met de bescherming van de steenuil. De soort komt hier voor landelijke begrippen met een hoge dichtheid voor. De omgeving rond Losser en Overdinkel kent zelfs zeer hoge dichtheden. Al sinds begin jaren 80 is de Vogelwerkgroep begonnen met het ophangen van speciale nestkasten voor de soort. Inmiddels is het aantal nestkasten gestegen tot bijna 110, waarvan enkele ook in buurgemeenten hangen (tot in Mander toe). Ruim een kwart van deze kasten is inmiddels ook bezet door steenuilen. De kasten worden jaarlijks gecontroleerd, waarbij de jonge steenuilen worden geringd. Het ringen is bedoeld om kennis te vergaren over het gedrag van de soort, de ouderdom en de doodsoorzaken.
|
|
een nieuwe steenuilenkast geplaatst.. © Friso Koop |
.. en geaccepteerd door de steenuil. © Friso Koop |
Steenuilveteraan
In een steenuilenkast in Beuningen werd in 2009 een steenuil broedend aangetroffen die als nestjong in 1999 in Losser geringd was. Het was een oude bekende want de steenuil werd al vaker in dezelfde kast in Beuningen gecontroleerd. Met een leeftijd van ruim 10 jaar oud en het gegeven dat steenuilen tegenwoordig gemiddeld niet veel ouder worden dan 3 jaar, mag deze steenuil toch met recht een veteraan worden genoemd.
|
Vier jonge steenuiltjes geringd. © Friso Koop |
Nestkast uit de boom
In 2008 werd in Lonneker een nestkast gecontroleerd die al jaren achtereen bezet was. De kast hing in een zomereik op een oud boerenerf en had vanaf 1989 al 59 jonge steenuilen voortgebracht. Bij aankomst op het erf bleek de kast echter verdwenen. De erfeigenaar vertelde dat de kast een tijdje geleden bij een voorjaarsstorm uit de boom was gevallen. De man had de kast, zonder er in te kijken, op de grond tegen de schuur gezet. Tot onze grote verbazing bleken er in de kast echter nog drie jonge steenuilen te zitten. De oudersteenuilen hadden de jongen dus gewoon doorgevoerd in de kast die op de grond stond! De jonge uilen zijn uiteindelijk gewoon uitgevlogen. Inmiddels hangt er een nieuwe kast in de boom, die ook in 2009 weer een succesvol broedsel opleverde.
|
|
met kast en al uit de boom gevallen. © Bennie Egberink |
een tijdelijke oplossing, tot de jongen zijn uitgevlogen © Bennie Egberink |
Inventarisatie gemeente Losser 2010
In 2010 gaat de Vogelwerkgroep de gehele gemeente Losser (bijna 100 km2) inventariseren op het aantal paren steenuilen. Deze actie is een herhaling van 2005. Toen werden 83 broedparen vastgesteld. De herhaling van deze grootscheepse en arbeidsintensieve inventarisatie is bedoeld om vast te stellen hoe het met de steenuilenpopulatie gesteld is. Is de soort sinds 2005 in aantal voor- of achteruit gegaan?
Voor de inventarisatie wordt het grondgebied van de gemeente opgesplitst in 9 deelgebieden. Van Beuningen tot De Lutte, van De Lutte tot Oldenzaal, van Oldenzaal tot Losser, van Losser tot Overdinkel. Per deelgebied zijn teams samengesteld die tussen medio februari en medio april in de nachtelijke uren op pad gaan om de soort te inventariseren. De inventarisatiemethode bestaat hierbij uit het afspelen van de roep van de steenuil, waarmee steenuilen worden aangezet tot een reactie. De periode tussen medio februari en medio april is hiervoor het meest geschikt omdat dit de baltsperiode is. Steenuilmannetjes zijn in deze periode erg territoriaal en reageren fel op andere mannetjes binnen hun territorium. Na afloop van de inventarisatie kan de balans worden opgemaakt met hopelijk minimaal hetzelfde resultaat als in 2005!
Friso Koop
coördinator steenuilenprojecten
Vogelwerkgroep Losser