terug naar inhoud

 

Nabben, de vuurtoren en noordelijk van de haven van Skanör  

 

Vanaf de camping gaan we op de doorgaande weg linksaf. Dit is de Strandbadsvägen, we volgen deze weg over een afstand van ruim 2 km en nemen dan de eerste weg links, de Österg, deze rijden we uit tot een T-splitsing, hier gaan we rechtsaf de Stadsallen op. Weer komen we op een T-splitsing en nu gaan we links de Fyrvägen op. Deze rijden we helemaal uit tot het eind. Hier is een kleine parkeerplaats, die meestal al vol staat. Je kunt de auto hier draaien en iets terug rijden om hem vervolgens rechts van de weg te parkeren. We staan nu voor de golfbaan en lopen het terrein op in de richting van de vuurtoren. Passeer de vuurtoren aan de linkerkant en loop door tot het water. Ga hier linksaf en volg de paden tot de uiterste punt van het terrein, Nabben. Onderweg is het opletten of er geen gevaar is van laagvliegende golfballen. De paadjes vanaf de vuurtoren tot Nabben zijn vooral interessant vanwege de ondiepe plassen en de rietkragen aan de westzijde. Hier zie je de eerste eenden, Knobbelzwanen en steltlopers. Vaak vliegen hier 's morgens vroeg de eerste Sperwers en Smellekens al rond. Onderweg vliegen verschillende kleine zangers op uit de rozenstruiken, de hoogste begroeiing op het laatste deel naar de punt. Het terrein is een lichtgolvend duinlandschap met vooral helmgras, riet en wat rozenstruiken. Daartussen liggen de zandbunkers en de groene biljartlakens van de plaatselijke golfbaan.

Eenmaal op de punt aangekomen zoekt iedereen een beschutte plek achter een rozenstruik of in een duinpannetje. Alle ogen zijn nu gericht op de omgeving van de vuurtoren en de strandjes direct rondom ons. Op de punt ligt een klein meertje waarin zich vooral veel Brilduikers, Pijlstaarten, Kuifeenden, Smienten en Wilde eenden ophouden. Rondom dit meertje lopen veel steltlopers op de slikvelden te foerageren. Bonte Strandloper, Drieteenstrandloper, Kleine Strandloper, Goud- en Zilverplevier, Scholekster, Tureluur, Groenpootruiter en af en toe een Wulp. Op de stranden aan de zeekant zitten Grote Stern, Middelste Zaagbek en de meeste meeuwensoorten.

Verder naar het uiteinde van de punt (niet bereikbaar overigens) zien we aan de horizon de nieuwe landaanwinning, die ondertussen een rustplaats is geworden voor duizenden Aalscholvers en ganzen. Over de zee hebben we enkele malen Parelduikers voorbij zien trekken. Grote en Kleine Mantelmeeuwen en Aalscholvers  vormden wel de hoofdmoot van het luchtverkeer op wat grotere afstand van de kust. Twee maal zagen we een Kleine Jager. De eerste keer iets verder van de kust, maar de tweede keer vloog de vogel op nog geen 50 meter langs onze observatiepost om vervolgens voor ons op een slikveldje te gaan zitten. Nog geen half uur later werd nagenoeg dezelfde vliegroute afgelegd door een Kleinste Jager. Door de enorme harde wind (eerste drie dagen > 7 Bft) viel de trek op de punt een beetje tegen. Wel indrukwekkend waren de groepjes van 30-50 kleine vogeltjes (in het begin vooral Gele Kwikstaarten, later meest Vinken) die steeds weer probeerden de oversteek te maken. Op nog geen 3 meter vlogen ze dan over je heen om het open water op te vliegen. Na 100 meter werd de poging dan gestaakt en dwarrelde iedereen weer richting de golfbaan. Niet zelden belaagd door een Sperwer of Smelleken. De Slechtvalk was een regelmatige gast op de punt, echter deze kon eindeloos op een kleine verhoging zitten rusten, zonder spectaculaire vliegacties. Pas aan het eind van de week werd het weer beter en kwam de trek massaal op gang.

Panorama Nabben klein (96k)

Panorama Nabben groot (480k)

 

De vuurtoren is omringd door bomen en vormt op die manier een soort eiland in de vrij kale omgeving van Nabben. Veel vogels die vanuit de plaats Falsterbo komen gebruiken dit "eiland" als stapsteen op hun trekroute. Als waarnemer kun je hier heerlijk uit de wind zitten. Dit scheelt bij Nabben al gauw een jas en een fleece. In de bosjes rond de vuurtoren houden zich veel kleine vogeltjes op. Doordat de wind hier wat minder is kun je deze vogels hier ook op geluid determineren, iets wat op de punt bijna onmogelijk is. In deze bosjes staan mistnetten opgesteld. Het si dan ook niet toegestaan om door dit struikgewas te struinen. Aan de westkant is de ingang naar het terrein van de vuurtoren. Hier worden in de weekenden allerlei zaken verkocht die te maken hebben met de vogeltrek en Falsterbo. Op afspraak is het ook mogelijk om door de week stickers, T-shirts en boeken te kopen. Hiervoor dient men contact op te nemen met de mensen die aan het ringen zijn rondom de vuurtoren. Op deze manier wisten we ons meester te maken van het nog geen 4 weken eerder uitgekomen boek "Wings over Falsterbo", waarin een heleboel details te vinden zijn over ornithologisch Falsterbo en de vogeltrek. Op donderdag was er een deel van de groep achtergebleven bij de vuurtoren om vanaf dit punt de vogeltrek te observeren. En die kwam die dag goed op gang. De "Punters" die rond 11 uur terugkeerden bij de vuurtoren, met als buit o.a. de Kleine en Kleinste Jager, zagen dat de teller voor de Sperwers al boven de 200 stond. Grote groepen Vinken kwamen na elkaar over de golfbaan. Ook de Wespendieven lieten zich niet onbetuigd, richting Skanör joeg een Slechtvalk over de hole. Dit was de eerste goede dag in Falsterbo, dit was wat we graag wilden zien. De wind was eindelijk gaan liggen, het was stralend weer. Dit betekende wel dat we moesten opbreken, want voor de goede roofvogeltrek moesten we naar de heide tussen Falsterbo en Ljunghusen.

Een andere locatie die kort door enkelen van ons bezocht is, is het gebied ten noorden van de haven van Skanör. Hier tref je wat kleine meertjes en slikveldjes aan, o.a. de noord en zuid Ålasjön. Hier, vlak voor het haventje van Skanör, ligt aan de rechterkant van de weg een parkeerplaats. Tussen de parkeerplaats en Skanör ligt het Flommens natuurreservaat. Een ideale plaats voor eenden, kieviten en watersnippen. Over een weggetje dat achter allerlei kleurrijke strandhuisjes langs loopt kun je een heel eind in noordelijke richting lopen naar Skanörs revlar, een smalle landtong van 1,5 km lang. In noordelijke richting is duidelijk de Øresundbrug te zien. Voor de brug zijn met de kijker de enorme aantallen Aalscholvers te zien, die hier in een kolonie bij elkaar zitten. De tijd was te kort om dit gebied uitgebreid uit te pluizen. Volgens kenners moet het vlakbij gelegen Knösen ook interessant zijn, hier zijn wij niet aan toe gekomen.

terug naar inhoud