Route 3: De oevers van de Aude en La Matte bij Lespignan                    

Vanuit Narbonne-Plage rij ik langs de kust naar St.- Pierre la Mer. Als ik deze plaats uitrij maakt de weg een bocht naar links en loopt omhoog, bovenaan ga ik meteen rechts naar beneden en via een kleine weg rij ik naar de rivier de Aude. Als eerste kom ik langs een groot kweldergebied dat tussen de weg en het strand ligt (1). Het is bijna drooggevallen, maar het is duidelijk te zien dat dit gebied regelmatig onderloopt. Het zijn hier vooral de Blauwe Reigers, Kleine Zilverreigers, Kokmeeuwen en Geelpootmeeuwen die er fourageren, op afstand zie ik nog wat kleine steltlopersoorten die ik echter niet kan determineren. Ik sla rechtsaf en ga een klein stukje de weg in die naar de camping "La Grande Cosse" leidt (2). Aan de linkerkant bevinden zich een stel verzamelbekkens in de stijl van de Rieselfelder bij Münster (BRD), maar dan wat kleiner van oppervlak. Hier tref ik wederom Kleine Zilverreigers en verder Bergeenden met jongen, Steltkluten met jongen, Kluten met jongen en een eenzame Tureluur. Ik rij weer terug naar m'n eigenlijke route en ga verder in de richting van de Aude. Vlak voor de kruising met de D 718 zie ik de eerste Bijeneters in een sierlijke vlucht boven de weg, op jacht naar insecten. Ik blijf de weg volgen tot deze bij de rivier komt en naar links afbuigt. Ik parkeer de auto hier en ga verder op de fiets. Ik rij door een vlakte met aan de ene kant de hooggelegen D 718 en aan de andere kant de rivier (3).

 

 

Het gebied bestaat uit veel braakliggende veldjes omzoomd door struiken en bomen. Het wemelt er van de Putters, vooral veel juveniele exemplaren, soms in groepen van meer dan 50. Ook hier zie ik meerdere Bijeneters. Het is echter pas op de terugweg naar de auto, dat ik in de bosrand aan de voet van de heuvel de Scharrelaar ontdek. De LPO heeft in dit gebied verschillende nestkasten opgehangen waar de Scharrelaars positief op gereageerd hebben. Voordat ik bij de auto ben heb ik nog twee andere Scharrelaars gezien.

 

 

Met de auto rij ik dezelfde weg helemaal uit tot de T-splitsing, hier ga ik rechtsaf. Na de brug over de Aude gaat deze weg onder de snelweg A 9 door. Ik blijf deze weg volgen tot ik bijna in Lespignan ben. Aan de rechterzijde van de weg is een cave coöperative, hier parkeer ik de auto en per fiets volg ik de borden van "Le sentier de la Pie Grièche", het spoor van de Kleine Klapekster (P). Bij het infocentrum van de LPO in Gruissan is een prachtige folder verkrijgbaar met informatie over deze wandelroute. Het kaartgedeelte heb ik hieronder afgebeeld.

 

 

Het gebied is redelijk per fiets te doorkruisen ( af en toe met de fiets aan de hand lopen). De uitgezette route is ruim 7 kilometer lang. Vanuit de waarnemingshut kijk je over de rietvelden, waar de Bijeneters op insecten jagen, de Bruine Kiekendief laag over scheert en Torenvalken biddend boven de kale veldjes hangen. De Kleine Zilverreiger, de Purperreiger , Blauwe Reiger en de Hop heb ik hier gezien en uiteindelijk in de zuidwest hoek bij de Pont de Pierres zag ik drie Klein Klapeksters en twee Wielewalen.In Frankrijk broeden nog ongeveer 50 paartjes Kleine Klapekster. In de directe omgeving van Lespignan zitten ongeveer 20 broedparen. Het gebied van het Etang de la Matte is alleen toegankelijk met droog weer, onder natte omstandigheden zijn laarzen geen luxe en kan de fiets wel thuis blijven.

 

 

Dit zijn de drie routes die ik gereden heb in de directe omgeving van Narbonne-Plage. Bij het infocentrum van de LPO kan men zeer veel informatie krijgen, ook over andere interessante vogelgebieden in de directe omgeving.

 

Sander Wansing, Oranjestraat 10, 7581 EX LOSSER.

 

 

Route 1: Les Salins, Île de St.-Martin en L'Etang de L'Ayrolle

Route 2: Les Marais en L'Etang de Bages